De ooievaar is terug in Den Haag. Ik zie een exemplaar op hoge poten rondstruinen naast de Hofvijver, met zijn snavel in het gras prikkend. Ik stap van mijn fiets af en blijf op het fietspad naar hem staren. Hij kleppert luid met zijn snavel. Een groet.
Thuis vertel ik het enthousiast aan mijn man. ‘Het is vast een reiger,’ zegt hij. Of eigenlijk zegt hij: ‘un reigâh’. Ik google voor het antwoord en stel vast dat ik gelijk heb en hij ongelijk. De ooievaar is terug in Den Haag en het gaat goed met hem. Bij een telling – nota bene al in januari – spotten vrijwilligers 34 ooievaars in Den Haag.
Daar word ik blij van. Zonder de ooievaar is Den Haag een geamputeerde stad, zoals Scheveningen zonder Kurhaus of Ado zonder eredivisie. De ooievaar is hét symbool van Den Haag. Het dier staat al sinds de middeleeuwen in het stadswapen en hij versiert alle toeristische attracties.
De ooievaar is altijd een bekend verschijnsel geweest in Den Haag. In de nabijheid waren veel weide- en hooilanden waar de ooievaar voedsel kon vinden, bijvoorbeeld in de Binckhorst. De inwoners geloofden dat ooievaars die op een schoorsteen nestelden geluk brachten en beschermden tegen onheil. Uit een grafelijke rekening uit 1354 blijkt dat de toenmalige bewoners van het Binnenhof al wagenwielen op de kap van de Ridderzaal en de Gevangenpoort plaatsten, zodat de ooievaars daar hun nesten konden bouwen.
In de zestiende eeuw kwam de ooievaar op het stadswapen terecht. Dat gebeurde als volgt. Op een dag stond het dak van de Ridderzaal in brand. Op het dak bevond zich een ooievaarsnest met drie jongen. De ooievaar vloog af en aan om haar jongen een voor een te redden. Bij het redden van het derde jong kwam de ooievaar in de vlammen om. De hagenaars waren hier zo van onder de indruk dat ze hem in het stadswapen opnamen.
In tegenstelling tot reigers en zwanen werd de ooievaar in al die eeuwen niet gevangen, geplukt en gegeten. Herkennen we onszelf in die sierlijke vogels en weigeren we ze daarom op te eten? Want Hagenaars zijn net ooievaars: hoog op de poten en een grote bek.
Last modified: 7 juni 2019