Feestje bouwen

Written by Blogs

Ik ben gek op feestjes. Voor het bouwen van een feestje kan ik altijd wel een reden vinden. En als er geen reden is, dan verzin ik er gewoon een. Daarin lijk ik op de gemeente Den Haag. Die had bedacht dat Scheveningen dit jaar 200 jaar als badplaats bestaat. En dat is reden voor een feestje, het hele jaar door.

Ik stel me voor hoe dat in zijn werk ging. De marketeers van de gemeente Den Haag hadden een ochtend ingeruimd voor het brainstormen. De eerste ronde ging over het verzamelen van ideeën. Er volgde het een na het andere wilde plan. Uiteindelijk kwam een senior marketeer met het ultieme idee: ‘Als we nou eens vieren dat Jacob Pronk in 1818 het eerste badhuis plaatste?’ De marketeer had namelijk ontdekt dat in dat jaar de Scheveninger Jacob Pronk een klein houten gebouwtje plaatste met een wachtkamer en vier badkamertjes met uitzicht op zee. Een junior marketeer, net drie maanden in functie, bracht er aarzelend tegen in: ‘Doet dat wel recht aan Scheveningen? Ze is toch veel ouder? Den Haag heeft wel haar 750 jaar gevierd, maar Scheveningen…‘ Hij stopte met praten toen de senior marketeer meewarig zijn hoofd schudde en zei: ‘Volgens de regels van het brainstormen mag niemand zeggen dat het onzin is of onuitvoerbaar. Pas in de volgende fase gaan we keuzes maken.’

Blijkbaar bleven de woorden van junior niet hangen tot de volgende fase, want het plaatsen van het eerste badhuis won het van alle andere ideeën. Hou me ten goede, ik heb er geen bezwaar tegen dat we vieren dat we met zijn allen tweehonderd jaar op het strand liggen te bakken. Maar de gemeente Den Haag weet dat Scheveningen eeuwen ouder is. In 1284 werd in een grafelijk register een perceel grond aan de kust aangeduid als ‘terram de Sceveninghe’, land van Scheveningen.

Ook als toeristische bestemming is Scheveningen veel ouder dan 200 jaar. Het vissersdorp was al ruim voor 1818 een aantrekkelijk oord voor Hagenaars die in de zomer een ‘koeltje’ aan zee zochten. Vanaf de zestiende eeuw gingen mensen graag naar Scheveningen om te wandelen, om mee te gaan met een vissersboot en om te strandzeilen. Herbergiers en uitbaters in de Keizerstraat verdienden een goede boterham aan de toeristen. Het dorp was zelfs een gewilde trouwlocatie.

Het jaar 1818 is dus willekeurig. De gemeente had ook kunnen kiezen voor 1665. In dat jaar werd de Scheveningse straatweg aangelegd. Daarmee werd Den Haag in één klap een stad aan zee. De straatweg werd aangelegd om ‘tal van vreemdelingen aan te trekken, vooral in de Somerdagen, wanneer men het gebruik van Zee en Strand het meest van noode heeft’. Ook toen had de stad al oog voor het economisch belang van het toerisme. Maar het stadsbestuur had geen zin te wachten op het 400-jarig bestaan van de badplaats in 2065. Of het 750 jarig bestaan van Scheveningen in 2034. Ik zou ook niet zo lang willen wachten op een feestje.

 

Last modified: 13 november 2018

Social Media Auto Publish Powered By : XYZScripts.com
error

leuke blog? help hem verspreiden